Celdelingsdagen, dag 5-8 na een chemo

Slechte dag tijdens celdelingsdagen

Nu heb ik hem toch echt te pakken, een slechte dag. Vijf dagen na een chemo beginnen de celdelingsdagen, dat duurt drie dagen en op die dagen komen klachten als vermoeidheid, duizeligheid, maagzuur, misselijkheid etc. om de hoek kijken. Het is bij iedereen verschillend. Ik heb al dagen zo’n drukkend gevoel op mijn blaas. Als ik ga hardlopen lijkt het alsof ik erg nodig naar het toilet moet terwijl ik juist van tevoren al gegaan ben. Na een kleine week krijg ik steeds meer last van mijn blaas en moet ik veel plassen wat een brandend gevoel geeft.

Ongemakken

Ik bel de huisarts om kwart voor twee en krijg een bandje: ‘We hebben lunchpauze tot twee uur.’ Dan vergeet ik vervolgens door de drukte op kantoor om daarna nog een keer te bellen. De dag erop fiets ik dan maar langs om mijn plasje in te leveren en het meteen te laten testen. Geen directe blaasontsteking, maar toch is het niet schoon en zijn de waardes niet zoals ze moeten zijn. Daarom moet het op kweek in het ziekenhuis, dus ik koerier naar het ziekenhuis om het daar af te geven. De nacht die erop volgt gaat niet lekker. Ik word om de haverklap badend in het zweet wakker en moet er steeds uit om te plassen. Ik word in de ochtend met enorme hoofdpijn wakker. Om één voor acht, tijdens het uitruimen van de vaatwasser, bel ik de huisarts en krijg ik een bandje dat ze nog niet aanwezig zijn. Om drie over acht zijn ze er ook nog niet en om vijf over acht zijn er ineens zes wachtenden voor me. Zo irritant is dat. Uiteindelijk na lang wachten tref ik de assistent en doe ik mijn verhaal en verzoek om een recept voor blaasontsteking. Gelukkig word ik een uur later teruggebeld dat er een recept naar de apotheek is gestuurd.

Naar kantoor

Ondanks dat ik me vermoeid voel en dat ik in de celdelingsdagen zit ga ik toch naar kantoor. Ik heb een leuk gesprek op de planning staan en het geeft afleiding. Het MOC belt op omdat de verpleegkundige navraag heeft gedaan over mijn klachten bij de oncoloog. De contacten met afdeling oncologie verlopen altijd snel en soepel, dat is erg fijn. De oncoloog vond in eerste instantie dat ik het nog een aantal dagen moest aankijken, het kunnen namelijk de bijwerkingen van de chemo zijn. Maar intuïtief voel ik aan dat het om een blaasontsteking gaat en het voelt voor mij niet goed om dit op zijn beloop te laten. De oncoloog stemt daarmee in en ik mag een antibioticakuur gaan gebruiken. In dit proces leer ik veel meer te vertrouwen op mijn eigen gevoel en laat me niet van de sokken lullen.

Chemo 2 van cyclus 2

Op dag acht van de tweede cyclus en de derde minder goede dag van de celdelingsdagen heb ik de tweede chemo. Deze dag ben ik moe, misselijk, duizelig, mijn blaas brandt en voel ik me echt niet top. Ik ben om kwart over acht op kantoor. Lars en Merel zijn even alleen thuis tot ik om tien uur weer terug ben. Ik wil nog even een paar uurtjes wat doen. Afleiding blijft het beste medicijn en als ik het kantoor binnenloop krijg ik altijd zo’n blij gevoel, nu ook. Nicky komt om half negen en maakt sinds de diagnose geen koffie meer maar een lekkere warme chocolademelk. Dat doet me elke ochtend goed. Ik werk mijn e-mails bij en nog even aan een project waar ik al langer aan werk. Dan loop ik rond tien uur naar huis, want Arnold haalt mij en de kinds op voor de korte chemo die ik vandaag heb. Ik merk dat hoe lastig het ook is om een ritme te behouden en dingen te blijven doen, het wel het beste voor me is.

Van slapen knap je op

Deze tweede korte chemo duurt twee uur en daarmee sluit ik de tweede kuur af. Ik heb nu in totaal vier chemo’s gehad. Nog één chemokuur te gaan en dan wordt er een scan gemaakt om te zien wat de resultaten tot nu toe zijn. Dat is voor mij nu een fijn doel om naartoe te werken. Het proces in kleine stukjes opdelen helpt mij het meest. Mijn loopmaatje Arnold taxiet ons naar het ETZ. Lars is al een keer mee geweest, maar Merel nog niet. En omdat het een korte chemo is, lijk het me goed idee dat ze het een keertje gezien heeft. Gezellig ben ik niet voor mijn gezelschap, want de slaap overmant mij meteen door het anti-allergie middel Clemastine. Ik val in slaap. Merel legt haar knuffel naast me neer. Zo lief. De slaap doet me goed. Weer terug thuis slaap ik nog eens een paar uur en daar knap ik gigantisch van op!

Hulp

Ik begin achter te raken met bepaalde huishoudelijke klusjes. Ondanks dat moeders moet werken komt ze na haar werk naar ons en vangt ze Merel op als ik slaap. Ook werkt ze de hele strijk weg. Dat is zo fijn! Doordat ik zo lang heb kunnen slapen, ben ik redelijk fit na mijn prinsessenslaap. We eten gezellig met elkaar van het eten dat ik een dag van tevoren had klaar gezet. Daarna wandelen we naar het centrum voor een ijsje voor Merel en een koffie voor ons.