Het chemobrein: Bestaat er een behandeling voor cognitieve klachten?
Het chemobrein omkeren: een mogelijke behandeling voor cognitieve symptomen na kanker?
De strijd tegen kanker is al moeilijk genoeg, dus het is begrijpelijk als je gefrustreerd en verward bent door mogelijke cognitieve symptomen na chemotherapie. Geheugenproblemen? Wazig denken? Vermoeidheid? Goed nieuws: je bent je verstand niet aan het verliezen. Een cognitieve stoornis na chemotherapie is een aangetoonde medische aandoening en kan worden behandeld.
Oncologen zijn sinds de jaren tachtig bekend met afwijkende cognitieve signalen na chemotherapie, maar helaas worden veel overlevenden van kanker niet behandeld voor de aandoening. Het merendeel van de artsen weet niet hoe ze deze symptomen bij hun patiënten moeten behandelen. Sommige oncologieartsen valt het te traag op bij hun patiënten. Anderen verwarren de symptomen van het chemobrein met de geestelijke gezondheid. Patiënten denken vaak niet anders dan gewoon te moeten leren leven met de negatieve veranderingen.
Behandeling voor het chemobrein is relatief nieuw. In dit artikel volgt een overzicht van:
Wat veroorzaakt het chemobrein precies?
De hersensymptomen van een chemobrein
De relatie tussen hoofdletsel en het chemobrein
Hoe lang kan het chemobrein aanhouden?
Wat veroorzaakt het chemobrein?
Chemotherapie is gericht op sneldelende cellen doordat kankercellen zich eenmaal sneller vermenigvuldigen dan de meeste cellen in het lichaam. Aangezien de meest voorkomende medicijnen in een chemotherapie niet uitsluitend op kankercellen concentreren, doden ze ook andere cellen in het lichaam. Dit betekent een ongelukkige klap voor het hele systeem, zoals het vasculaire systeem, de bloed-hersenbarrière en alle organen. Haarcellen en oogcellen lijden eventuele zwaardere verliezen omdat deze sneller voortplanten dan andere cellen. De reden waarom veel kankerpatiënten hun haar verliezen tijdens de behandeling.
Alle stervende cellen veroorzaken ontstekingen en dergelijke problemen, en dit beïnvloedt op hun beurt de cognitieve functie bij meer dan 60% van de chemotherapiepatiënten. Voor sommigen is het chemobrein slechts van korte duur, anderen ervaren het echter jarenlang. Er zit een mogelijk verband tussen een eerder hersenletsel (zelfs bij een milde hersenschudding) en de ontwikkeling van langaanhoudende chemohersensymptomen; daarover later meer.
Hoewel het chemobrein niet structureel aanblijft, (op een normale MRI-scan zal schade door chemotherapie aan de hersenen niet of nauwelijks zichtbaar zijn omdat het subcellulair is) hebben wetenschappers wel veranderingen kunnen waarnemen met een functionele MRI-scan. De fMRI kijkt naar bloedstroompatronen door de hersenen en werpt licht op de hersenfunctie, derhalve een uiterst nuttig instrument voor de beeldvorming van het chemobrein.
Opmerking: Chemotherapie staat niet als enige veroorzaker van hersensymptomen bekend. Straling en andere veel voorkomende kankertherapieën kunnen tevens leiden tot cognitieve problemen. Ook leukemie- en lymfoompatiënten die bloed- en beenmergtransplantaties hebben ondergaan, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een chemobrein. De behandeling van kanker is gecompliceerd en chemotherapie levert slechts een bijdrage aan cognitieve veranderingen.
De boosdoener achter deze veranderingen na een hersenletsel is een disfunctie van de zogeheten neurovasculaire koppeling (NVC), een belangrijk maar minder bekend onderdeel van het chemobrein. NVC is de verhouding van neuronen tot de bloedvaten, die de neuronen voorzien van het nodige om te kunnen functioneren. Dit bestaat uit een bepaalde hoeveelheid zuurstof en andere bronnen. De hersenen hebben hier geen oneindige voorraad, dus zij moeten ze efficiënt leveren om optimaal te kunnen functioneren. Jouw hersencellen, zoals de neuronen, de bloedvaten die ze voeden en de gliacellen (de immuun en ondersteunende cellen van de hersenen) hebben een regelmatige en gevestigde methode om met elkaar te communiceren. Maar trauma door chemotherapie kan dit gezonde communicatiepatroon verstoren. Medicijnen zoals methotrexaat verminderen de populatie van nieuwe, gezonde gliacellen en veroorzaken ontstekingen, waarvan we weten dat het juist een groot onderdeel uitmaakt in de ontwikkeling van een disfunctie in de NVC. De ontsteking trekt zo de focus van de resterende gliacellen weg in plaats dat ze de neuronen helpen tegen de indringer te ‘vechten’.
Bovendien kan chemotherapie een negatieve invloed hebben op de vasculaire structuur, en verergert het daarmee de communicatieproblemen in de hersenen verder. Na verloop van tijd heeft dit een uiterst ongelukkige werking op de hersencellen. Wanneer de chemotherapie eindelijk stopt en de ontsteking afneemt, zullen je hersencellen proberen hun normale communicatiepatronen weer bij elkaar te brengen. Bij sommige kankerpatiënten werkt dit proces prima, alleen voor degenen met een ontwikkelde chemobrein herstellen de patronen niet zonder een beetje hulp van buitenaf.
Met een GC-disfunctie als resultaat. Zie de disfunctie van de NVC als een soort verkeersopstopping in jouw hersenen. Ineens staan vrijstaande wegen vol met files, wat betekent dat je een goed eind rond moet rijden om jouw bestemming te bereiken, als dat überhaupt al mogelijk is. Dit kost veel extra tijd en energie en is over het algemeen een frustrerende ervaring. Het gebeurt vaak alleen in sommige delen van de hersenen, wat resulteert in hypoactieve (niet of slecht functionerende) of hyperactieve (overwerkte) hersengebieden, dat weer verband houdt met chemohersensymptomen.
Cognitieve symptomen van het chemobrein zijn:
‘Brainfog’ ofwel hersenmist
Concentratieproblemen of verminderde aandachtsspanne
Een slechtwerkende uitvoerende functie (besluitvorming, multitasking, planning, enz.)
Slaapproblemen
Moeite met het herinneren van woorden in een gesprek
Verslechterd kortetermijngeheugen en werkgeheugen
Vermoeidheid
Hoewel het minder vaak voorkomt, kun je ook symptomen van vestibulaire disfunctie opmerken, zoals duizeligheid, misselijkheid, reisziekte en evenwichtsproblemen. De effecten van chemotherapie op de korte en lange termijn kunnen verschillen op basis van geslacht. Perifere (aantasting van de zenuwen) neuropathie is een meer voorkomende bijwerking van chemotherapie bij mannen, terwijl symptomen zoals braken, misselijkheid, diarree en haarverlies vaker voorkomen bij vrouwen.
Hoofdletsel en de behandeling met chemotherapie
Bij de Cognitive FX-kliniek (een Amerikaans behandelcentrum voor hersenschade), bleek dat de meeste voor chemobrein behandelde patiënten eveneens hersenletsel hadden. Patiënten met een eerder opgelopen hersenletsel werden daarna behandeld voor kanker, of andersom. Uit de praktijk blijkt dat de meesten onder ons minstens één hoofdwond meemaken in ons leven, en zelfs als het op dat moment onbeduidend leek, kan het je vatbaar maken voor cognitieve disfunctie op de lange termijn. Mede door stressfactoren, zoals chemotherapie. Bij elk van deze patiënten veroorzaakte chemotherapie ofwel nieuwe symptomen of verergerde de ernst van hun reeds bestaande symptomen. Desalniettemin verdwenen in alle gevallen de symptomen door behandeling of werden ze sterk verminderd. De vermindering ging gepaard met verbeterde functionele MRI-scanresultaten. Met als gevolg de overtuiging dat dezelfde aangeboden behandeling niet alleen werkt bij hersenletsel maar ook bij het chemobrein. Gezien de symptomen allemaal uit dezelfde hoek komen: namelijk de neurovasculaire koppelingsstoornissen. Zo is ook het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis een studie begonnen onder borstkankerpatiënten naar het chemobrein in relatie tot werk.
Blijft een chemobrein permanent?
Het chemobrein kan al een paar maanden na een chemobehandeling uit zichzelf verdwijnen, of het kan jarenlang aanhouden als het onbehandeld blijft. De meeste studies voor het chemobrein vonden plaats bij overlevenden van borstkanker. We weten niet of dit komt doordat ze een verhoogd risico lopen, of dat er meer onderzoeken bij deze patiëntenpopulatie zijn uitgevoerd. Kun je 100% teruggaan naar je normale zelf, pre-chemo? Het is moeilijk te zeggen. Chemotherapie eist een grote tol van het systeem. Hoewel de neuroplasticiteit van de hersenen in het voordeel werkt, groeien bepaalde cellen niet terug na beschadiging door chemotherapie. Er zit geen garantie aan hoeveel cellen je terugkrijgt, en hersenschade kent veel behandelmethoden. Bij Cognitive FX-kliniek zijn er op maat gemaakte behandeltrajecten specifiek voor het chemobrein, nadeel is dat het instituut helaas niet in Nederland zit. De meeste patiënten boekten in het volgen van de behandelprogramma’s aanzienlijke vooruitgang. Hun symptomen namen af, hun kwaliteit van leven verbeterden en ze hadden de middelen om verdere cognitieve achteruitgang te bestrijden.
Een andere behandelwijze voor het chemobrein is het toedienen van ongedifferentieerde stamcellen. Lees meer over het onderwerp via het artikel: zes maanden na de stamceltherapie en bekijk onze video van de stamcelbehandeling.
Bron: Dr. Jaycie Loewen is een klinische neurowetenschapper met een doctoraat in neurowetenschappen van de Universiteit van Utah. Haar achtergrond omvat de studie van fundamenteel en klinisch hersenletsel.
Bron: Iris Lemeare onderging stamcelbehandeling in verband met een cognitieve stoornis, het zogenaamde chemobrein.