De eerste controle na de diagnose
Maandag 9 december heb ik eerste controle in het AVL
Geen zorgen
Ik maak me geen zorgen en ben niet bang voor de uitslag van deze controle. Ik denk dat deze positief zal zijn. Wat ik wel spannend vind is of er ergens anders iets aan het groeien is. Dat is z’n klein duivels stemmetje wat soms de kop opsteekt. Mijn lichaam heeft die cellen aangemaakt en ze zijn excessief gaan groeien. Soms ben ik wel bang dat er ergens anders in mijn lijf iets groeit wat er niet hoort. Mijn benen voelen anders aan dan voor de diagnose. Een tijdje heb ik er enorm last van gehad en kon ik niet zo goed meer lopen. Gelukkig is dat minder geworden door de steunpanty en de Chinese kruiden, maar over is het niet. Regelmatig heb ik vreemde dingen die ik niet thuis kan brengen. Sinds gisteren heb ik aan één kant een heel naar gevoel. Alsof ik mijn been vanaf boven moet knakken om het nare gevoel kwijt te raken. Maar ik weet niet hoe ik dat doe. Mijn rechterbeen voelt vanaf mijn bil tot aan beneden niet goed. Maandagochtend heb ik een afspraak met de huisarts om door te spreken hoe het op dit moment gaat.
Samen met Lars naar Amsterdam
Lars heeft op school verlof aangevraagd zodat we samen naar het AVL kunnen gaan. We hebben er een ritueel van gemaakt. Na de controle gaan we naar Health City in Amstelveen, een van de grootste sportclubs van Nederland, om samen te trainen. Zo gaaf. Kunnen we na het trainen in de lounge club die ernaast zit een hapje eten en tuffen we na de file weer terug. Nee ik zie er niet tegenop, maar naar het AVL gaan brengt wel herinneringen met zich mee en ook de confronterende vraag; komt het terug? Door mijn werk spreek ik zoveel mensen en hoor ik regelmatig van een terugkerende borstkanker. Dat vind ik wel heftig. Vorige week nog, belde een jongedame mij die mijn verhaal ergens had opgevangen en even met mij wilde kletsen. Haar moeder was voor de tweede keer gediagnosticeerd en nu niet meer behandelbaar. Dat is wel een pittig verhaal om te horen.
Rasoptimist
Zo optimistisch als ik ben en was toen ik de diagnose kreeg, zo optimistisch ben ik nu ook. Ook voor de toekomst trouwens! Ik loop niet dagelijks rond met gedachten als … stel je voor … Nee, ik denk er helemaal niet zo vaak aan. En juist dat geeft soms een gek gevoel; zit ik zo optimistisch te zijn. Zit ik er toch volledig naast als ik dat slechte nieuws zou krijgen. Als ik daar gedachtes over heb, ga ik automatisch terug naar die momenten dat ik geen haar meer had, een dik gezicht van de dexametason en dat ik weer door die periode zou moeten. Daarna komt er een moment van rust. Ach, ik weet nu hoe het werkt en ik zou dan de chemo’s combineren met de Chinese Kruiden van MarcoLeon Baas. Dat stelt me dan wel gerust en kan ik die gedachtes weer loslaten.
Dochterlief haalt me uit mijn overpeinzingen
Terwijl ik zit te typen komt Merel naar beneden, ze geeft me een enveloppe met Sint erop. Ik maak het open en vouw een kaart open met een vlinder erop. Dan staat erin geschreven:
‘Sint dacht geeft die mama niet een over vloet van geld uit aan der kinderen! Volgens mij wel …
En Sint wil dat je het aan neemt. Groetjes de Sint.’
Ik moet lachen als ik de tekst ontcijferd heb en kijk Merel weer aan. Dan komt ze met een klein vierkant doosje wat ik heel voorzichtig moet openmaken. Als ik het dekseltje eraf haal zie ik opvouwen briefgeld en kleingeld. “Allemachtig!”, roep ik uit. “Merel, dit kan niet hoor.” Ze heeft vijftig euro aan contant geld in het geschenkdoosje gedaan. Ze kan nogal vasthoudend zijn en vindt dat ik het moet aannemen …
Trakteren op een kopje koffie met een taartje
Ik vraag Merel of ze bij me op schoot komt zitten. Dan vertel ik haar dat je van centjes moet genieten. “Daarom doen we leuke dingen en geef ik graag mijn centjes uit aan jou en Lars.” Merel antwoordt heel slim: “Maar je moet ook sparen.” “Ja natuurlijk moet je ook sparen”, zeg ik. “Maar niet alleen maar sparen. Kijk maar hoe het ineens anders ging met mij vorig jaar.” “Ik heb een deal”, zeg ik tegen Merel. “Straks gaan we naar Van Dijk want Lieke van Lexmond komt kalenders signeren, dan mag jij mij trakteren op een kop koffie en een taartje.” Daar is ze het mee eens. “En die centjes van jou die gaan we op de bank zetten.” Ik vertel haar dat ik het heel bijzonder vind dat ze dit soort dingen ziet en mij centjes wilt geven. Wat een uniek mensenkind is Merel, denk ik. Wat ontzettend dankbaar ben ik om haar moeder te mogen zijn.