Hoe gaat het met de kids?

Babbeltje met de kids

Wat voorafging aan de zaterdag. ‘s Ochtends was ik om half negen wakker geworden en ik wilde graag hardlopen, maar dat lukte me deze eerste dag na de chemo nog niet. Mijn bedje was zo warm maar Merel wilde speciaal dat ik naar beneden kwam. Lars lag ook nog lekker te tukken. Uiteindelijk sjokte ik naar beneden en maakte ik voor Merel eten klaar. Ze wilde graag een gezonde smoothie. Ook voor Lars maakte ik er eentje klaar en bracht hem naar boven. Later toen ik naar beneden liep viel ik van de trap af. Dit was zo’n moment waarop ik knakte. De ene wilde dat ik uit mijn bed kwam en de andere sliep vrolijk door, terwijl het best een drukke zaterdag was. Op dit ene moment voelde ik me behoorlijk klote. Ik besloot te wachten tot Lars wakker was om eens met de kids te praten.

Traantje

Toen ik boven gestommel hoorde riep ik Lars naar beneden. Zo zat ik met Lars en Merel aan tafel en begon te vertellen dat we geen doorsnee gezin zijn met papa, mama en kinderen. Ik zorg alleen voor de kids en nu heb ik deze ziekte gekregen. En eigenlijk ben ik nog steeds heel veel aan het zorgen. En zou ik het zo fijn vinden als ik af en toe in het weekend een kopje koffie of thee op bed zou krijgen of gewoon even zoiets als “Zal ik dat voor je doen mam?” Iedereen lijkt van mij te verwachten dat ik sterk ben en alles blijf doen. Ik ben ook sterk en blijf voor de kinderen zorgen, blijf hardlopen, werken etc. Maar het is ook zwaar, zo’n heel behandeltraject. Ik vind het best lastig want de scheidslijn is dun tussen wat je wel en niet kunt zeggen tegen kinderen van deze leeftijd. Het is alleen wel een feit dat ik borstkanker heb en dat is niet leuk, niet voor mij en niet voor de kinderen. Aan de andere kant ook niet iets om te negeren. Het leven is nu eenmaal veranderd. En ik ben af en toe een softy en erg zorgzaam. Mijn grenzen zijn dus mijn probleem en niet die van de kinderen..

 

Reactie van de kids

Als ik met ze zit te praten wellen de tranen in mijn ogen. Lars zegt heel eerlijk: “Als ik je niet zie dan denk ik er minder aan. En als ik je weer zie dan bedenk ik me wat je hebt. Maar ik zal beter mijn best doen.” Ik vraag geen grote dingen van ze, het zijn meer taken als de vaatwasser uitruimen, kliko buiten zetten, afruimen na het eten, eigen bed opmaken. Lars gaat regelmatig chillen en dan wordt het laat. Als moeder ga je toch zitten wachten of ik slaap heel onrustig omdat hij nog niet thuis is. Dat zijn van die momenten dat ik mijn slaap zo hard nodig heb en dan toch weer rekening met een ander houdt. En de ander niet met mij. Hoe ver kun je het een knaap van zestien kwalijk nemen? Wat een overpeinzing in mijzelf. Lars wijst naar Merel, die in zijn ogen minder hoeft te doen dan hij. Met een leeftijdsverschil van acht jaar is dat natuurlijk ook niet zo vreemd. Opvoedkundig gezien is het best een uitdaging af en toe.

Zondagavond Merel vroeg naar bed

Het is de eerste schooldag vroeg uit de veren. En daarom ligt Merel al vroeg in bed. En dat gaat ook prima. Nadat ik haar op bed heb gelegd en weer naar beneden ga zie ik dat de groencontainers naar buiten moeten. Lars is naar een Event in Hilvarenbeek, de kans dat hij het vergeet is vrij groot. Dus ik ga in mijn badjas zonder iets op mijn hoofd met de kliko naar buiten. En daar tref ik de buurman van twee huizen verderop. We waren elkaar al een paar keer tegengekomen maar van een praatje was het nog niet gekomen. Dus nu, charming in mijn badjas op hoge slippers maar even bijkletsen en ook de andere buren kwamen erbij staan. Sta je dan bij een zooitje kliko’s te chatten … Toch is het even een fijn moment. De buurman heeft ook kleine kinderen en een eigen zaak, dus je begrijpt elkaar wel.

Een uur later slaapt ze nog niet

Ik hoor opeens de wc gaan en bedenk me dat ze nog niet slaapt. Daarom ga ik even checken boven. Merel zit weer in bed en ik vraag wat er is. “Een lang verhaal mama en ik moet huilen.” “Dat geeft niet” zeg ik. Ik ga bij haar op bed zitten en vraag of ze het wil vertellen. “Maar dan moet ik ook huilen…” “Nou dat geeft niet hoor”, zeg ik weer. Merel vertelt dat ze bang is om mij kwijt te raken. “Jij bent de enige volwassen persoon die ik vertrouw, dan heb ik niemand meer. En dan wil ik ook niet meer leven.” Poeh, dat kwam even binnen. Ik laat alles maar even los, morgen vroeg op, vroeg naar school etc. Dit is even belangrijker. Ik vraag Merel wat ze nodig heeft om van haar angst vertrouwen te maken. Want dat is wat er aan de hand is.

Spookje

Ik vertel Merel dat één van de twee spookjes al weg is. En dat ik er alle vertrouwen in heb dat het helemaal weg gaat. Ook vertel ik dat ik het liefst al haar angsten weg zou willen halen en dat dat helaas niet kan. De angsten zitten in haar hoofd en samen kunnen we er wel aan werken om daar vertrouwen van te maken. En ook zeg ik dat ze sterker is dan ze denkt. We kunnen de angst een gezicht geven zodat het tastbaarder wordt. Ik merk dat ze echt heel erg verdrietig is. Samen knuffelen we een tijdje zo. Ik moet wachten tot Lars thuis is en Merel wil graag naar beneden. Even uit haar verdrietige bubbel. Waar doe je goed aan dan? Streng zijn en in bed laten om te gaan slapen of even acclimatiseren beneden. Ik doe het laatste en daarna ga ik samen met haar slapen.

Opvoeden versus ziek zijn

Goh, als het al lastig is om kinderen op te voeden dan wordt het zeker niet makkelijker in een situatie als deze. Als één ouder gezin is het echt een uitdaging om te besluiten waar je goed aan doet. We zijn zes handen op één buik en eigenlijk mogen we niet mopperen. Maar ik ben ook een mens met gevoelens en opeens word je overmand door zoveel emoties tegelijk. Ziek zijn, de kids, mijn verlangen om te sporten, mijn zaak… “Red ik het allemaal?” De aflatende zorg van de vaders en het op en neer gaan in jezelf, van je kids willen beschermen zoals altijd versus de realiteit van ziek zijn en toch niet alles meer kunnen.