Een maand later

Wakker worden, opstaan en trainen

Het is zaterdagavond. Nadat ik een borrel heb gedaan bij Kandinsky en weer naar huis wandel, app ik Lars hoe zijn avond is. Hij zou gaan stappen in Den Bosch. Ze zijn nog aan het indrinken in Drunen, het is elf uur ‘s avonds. Ik vraag of ik hem moet wegbrengen maar ze gaan met de bus. Even later appt hij of ik ze toch kan wegbrengen. Ik heb maar twee wijntjes op over de hele avond dus dat kan wel. Ondertussen maak ik een mok cappuccino die ik mee de auto inneem en rijd naar Drunen om de stappers op te halen. Ik zet ze af en rijd weer terug naar Waalwijk, lekker muziekje op. Als ik thuiskom, ga ik gauw slapen. Ik was al heel moe voordat ik naar Den Bosch reed. Ik had me voorgenomen het eigenlijk niet te laat te maken, omdat ik zondagochtend wil trainen voor de Ten Miles.

Woelen

Rond een uur of vier lig ik te woelen, ineens denk ik aan Lars en of alles wel goed gaat. Ik verman mezelf. Vertrouwen hebben, spreek ik mezelf toe. Maar ik voel een naar gevoel in mijn buik. Val toch weer in slaap en word wakker rond kwart over vijf. Ik hoor potten en pannen rammelen. Dan weet ik dat het Lars is, die bakt meestal nog een ei als hij thuis komt en ruimt dan meteen de vaatwasser uit. Hij sluipt naar boven en ik roep uit mijn bed, ‘hoi Lars’. Ik kruip er even uit en wat blijkt? Flink vechten geweest, politie erbij en Lars met zijn vrienden zagen het gebeuren en zijn bij de jongen die in elkaar geslagen was gebleven tot de politie kwam. We kletsen even en ik zeg: “Ik kan net zo goed wakker blijven en gaan hardlopen nu. Jij erin en ik eruit.” ‘Houd je bek’, grinnikt Lars. Lars wil er niets van weten want hij wil nog gaan sporten straks, maar moet eerst een paar uurtjes tukken. Toch ga ik nog even naar bed. Een half uur later kom ik tot de conclusie dat ik echt niet meer kan slapen en besluit toch lekker te gaan hardlopen.

Training is zwaar

Om kwart over zes sta ik buiten en begin ik met mijn training. Ik wil verder rennen dan tien kilometer maar ik merk al direct dat de plek van mijn blaren zeer doet. En ik ben ook niet super fit, voel ik. Ondanks dat het flink geregend heeft, is het nog altijd benauwd. De lucht zit dicht en de atmosfeer voelt broeierig aan. Dat is tijdens het rennen niet zo fijn. Ik wil al een hele tijd een andere route nemen, maar dan moet ik hem eerst fietsen zodat ik weet hoe ver het is en of het een fijne ronde is om te rennen. En steeds komt er wel iets tussen. Dus ik doe weer saai de ronde ik altijd loop. Nu ga ik later vandaag eerst met de fiets een nieuwe route uitzetten. Als ik zo vroeg loop moet het wel een route zijn waar mensen komen, want in de natuur lopen waar geen huizen staan rond half zes/zes uur vind ik spannend. Vandaag kwam ik in een bosrijk stukje, een soort park, een man tegen die er vaag uitzag, capuchon op en lopend druk bezig met zijn mobiel. Ik ben harder gaan rennen en was blij dat ik weer huizen tegenkwam. Helaas zat er vandaag niet meer in dan tien kilometer.

Lekker bakkie koffie

Dat moment dat ik dan thuiskom en een kop nespresso kan maken en dan kan gaan zitten met cappuccino, dat is zo hemels. Even bijkomen en genieten van de stilte om mij heen. Ik doe mijn laptop open en check mijn mailbox. Ondertussen merk ik hoe moe ik ben. Ik verzorg mijn blaar, prik hem weer door en smeer het in met CBD-balsem. Wel blij dat ik weer getraind heb. Blijven gaan, ook al is het zwaar, is de enige manier om mijn conditie weer op te bouwen. Mijn loopmaatje Charles is ondertussen ook wakker en reageert via Strava waar onze trainingen te zien zijn. Ook hij heeft momenteel blaren. Ach, we hebben nog vijf weken tot aan de Ten Miles. Tijd genoeg om de blaren te laten genezen en te trainen voor de zestien kilometer.