Werken na borstkanker

Op het moment dat je de diagnose kanker krijgt, ben je maar met één ding bezig: beter worden. Maar wanneer de kanker onder controle is en je weer aan het werk wilt gaan, blijkt dat in praktijk vaak lastiger dan gedacht. Veel vrouwen kampen na een borstkankerbehandeling namelijk met restklachten. Deze klachten kunnen voortkomen uit een chemotherapie, dit is namelijk een manier van kanker behandelen die niet alleen de kankercellen vernietigd, maar nog veel meer nevenschade achterlaat die je pas na de behandeling opmerkt. Wat zijn dit voor klachten? Wat kun je er tegen doen en bovenal: welke dingen zijn van belang als je weer wilt gaan werken?

De oorzaak

Na een intensieve kankerbehandeling hoop je dat je voor 100% genezen bent, in de praktijk is dit echter niet zo: vrouwen kampen na een borstkankerbehandeling vaak met een zogeheten chemobrein. Dat is een verzamelnaam voor verschillende cognitieve klachten als: geheugen- en concentratiestoornissen, extra gevoeligheid voor prikkels, een verlaagde stressbestendigheid, moeilijk kunnen omgaan met tijdsdruk en snel vermoeid zijn. Een chemobrein ontstaat wanneer er behandeld wordt met chemotherapie. Deze therapie is gericht op snel delende cellen omdat kankercellen zich sneller vermenigvuldigen dan de meeste cellen in je lichaam. Omdat de meeste middelen die voor chemotherapie gebruikt worden zich niet uitsluitend op kankercellen kunnen focussen, zullen ook andere cellen in het lichaam hier schade aan ondervinden. Dat betekent helaas dat ieder deel van het lichaam een klap kan krijgen, denk hierbij bijvoorbeeld aan het vasculaire systeem, de bloed-hersenbarrière of één van de vele organen.

Daarnaast heeft chemotherapie invloed op de neuro vasculaire koppeling. Het is een belangrijk maar weinig bekend onderdeel van het chemobrein. De neuro vasculaire koppeling (NVC) is de relatie tussen neuronen en de bloedvaten die hen voorzien van wat ze nodig hebben om hun werk te doen. Chemotherapie kan de communicatie tussen de neuronen en bloedvaten verstoren, waardoor er cognitieve klachten ontstaan.

Onderzoek

Neuropsycholoog Sanne Schagen van het Antoni van Leeuwenhoek doet al jaren onderzoek na het chemobrein. Met behulp van MRI-technieken en cognitieve tests is bij twee verschillende groepen patiënten de hersenactiviteit gemeten: de ene groep kreeg na een operatie aanvullend chemotherapie en bestraling, de andere groep alleen bestraling. Wat blijkt? Patiënten die naast bestraling ook chemotherapie kregen scoren aanzienlijk slechter. De gebieden in de hersenen die betrekking hebben op beslissingen nemen, plannen, impulsen en ruimtelijk inzicht waren minder actief bij de groep die bestraling én chemotherapie hebben gehad. Er is dus een connectie tussen chemotherapie en klachten na een behandeling zichtbaar.

Werken na een kankerbehandeling

Na een intensieve borstkankerbehandeling willen veel vrouwen weer aan de slag met werken. In de praktijk is dit echter lastiger dan je in eerste instantie zou denken. De klachten die vrouwen ondervinden na een behandeling  veroorzaakt een soms een neergaande lijn in werkvermogen.

“Werkgevers spreken vaak met hun werknemers af dat ze na de behandeling weer gaan opbouwen. Dat is op zich een goed moment, maar zowel werkgever als werknemer moeten zich realiseren dat het werkvermogen dan in een diep dal zit. Werknemers kunnen niet in één keer de switch maken van behandeld worden, wat heel passief is, naar zelf aan het werk gaan, wat juist heel actief is.” legt oprichter en directeur van Re-turn, een bedrijf dat werkgevers en werknemers adviseert en begeleidt op de werkvloer, Ragna van Hummel uit. “In de praktijk verloopt het herstel van het werkvermogen vaak heel grillig en wisselend. We zien bijvoorbeeld specifiek bij borstkanker dat mensen na een ogenschijnlijk succesvolle re-integratie één of twee jaar later toch alsnog uitvallen.”

“Tijdens het behandeltraject ben je alleen maar bezig met beter worden en denk je misschien ‘het leven wordt nooit meer normaal’. Dat wordt het gelukkig wel, maar daar ben je dan niet op voorbereid. Het is belangrijk om met professionals erover te blijven praten. Hoe gaat het op het werk en heb je goede afspraken kunnen maken zijn bijvoorbeeld goede vragen die je kunt stellen. Het is een soort groeiproces, denk ik.” Eindigt van Hummel haar betoog.

Rechten en plichten

Wie weer aan het werk gaat na kanker heeft verschillende rechten en plichten. Hierbij op een rijtje wat de rol is van de werknemer, de werkgever en de bedrijfsarts bij re-integratie.

Werkgever

  • Is verplicht om je salaris door te betalen
  • Moet zijn best doen voor aanpassingen om werk mogelijk te maken
  • Moet ruimte geven om de werknemer te laten onderzoeken wat er wel en niet gaat

Voldoet de werkgever hier niet aan dan kan het UWV loonsancties opleggen, waardoor er langer salaris doorbetaald moet worden.

Werknemer

  • Is verplicht om de bedrijfsarts te bezoeken
  • Moet bereid zijn om te onderzoeken wat wel en iet gaat en op die manier bijdragen aan dossiervorming

Voldoet de werknemer hier niet aan kan de werkgever beslissen om minder salaris door te betalen.

Bedrijfsarts

  • Is verplicht om lichamelijk oorzaken van klachten uit te sluiten
  • Moet een scherpe arbeidsprognose opstellen, waarin klachten vertaald zijn naar verzuim
  • Moet verwijzen naar specialistische hulp als daar aanleiding voor is